Het ‘Arbeitskommando’ beter bekend als ‘De Amersfoorters’ van Kamp Haaren
In de archieven van het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) in Den Bosch wordt een lijst bewaard met de namen van de ‘Amersfoorters’. Zij vormden een bijzondere groep gevangenen in Kamp Haaren. Kamp Haaren werd in eerste instantie als een Gijzelaars-gevangenis ingericht en later, zoals het officieel in de taal van de Duitse bezetter heette, een ‘Polizei- und Untersuchungsgefängnis’. Omdat mijn vader één van deze ‘Amersfoorters’ was, had ondergetekende een speciale belangstelling voor deze groep gevangenen, die naast de gijzelaars en andere gevangenen in Kamp Haaren gedetineerd werden.
‘Amersfoorters’, zo genoemd omdat ze oorspronkelijk allen afkomstig waren uit het Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort (PDA), beter bekend als ́Kamp Amersfoort ́. Ze werden in het Groot-Seminarie te Haaren als dwangarbeiders te werk gesteld. Ze vormden het zogenaamde ‘Arbeitskommando’ dat Kamp Haaren gereed maakte voor de ontvangst van de Indische gijzelaars en later de preventieve gijzelaars, en om het Kamp huishoudelijk en administratief draaiende te houden. Ze waren allen geselecteerd vanwege hun beroep of specifieke capaciteit. Ze verrichten in Kamp Haaren werkzaamheden als schoenmaker, kleermaker, kapper, schoonmaker, elektricien, bediende, timmerman, meubelmaker, kapper, magazijnmeester, kok, stoker, bediende in de keuken, bediende in de wasserij, als monteur in de garage of op de administratie van het Kamp en wat er verder nodig was, kortom alle taken die van belang waren om het gijzelaarskamp en later de Polizei- und Untersuchungsgefängnis draaiende te houden. Er bestond een strikte scheiding tussen de ‘Amersfoorters’ en de gijzelaars en later ook de andere gevangenen. De laatste twee groepen werden niet onderworpen aan dwangarbeid in Kamp Haaren.


Twee foto’s van vier leden van het Arbeitscommando, gefotografeerd op het dak van de kapel van Haarendael. Foto links, v.l.n.r.: Roelof Arp, Karel de Jager, Jan Fokkens en Eetze Douwe van der Heide. Foto rechts, v.l.n.r.: Siegfried Hornstra, Roelof Arp, Jan Fokkens en Karel de Jager. Het is denkbaar dat Siegfried Hornstra foto 1 maakte en Eetze Douwe van der Heide foto 2 (foto’s: privé-collectie Sadi Huitenga-van der Heide).
De eerder genoemde BHIC-lijst bleek verre van compleet. Door onderzoek in de afgelopen jaren was het mogelijk een veel completer en juister beeld van deze groep gevangenen te geven. Een groot deel van hen waren ‘communisten’. Vooral ná de Duitse inval in Rusland op 22 juni 1941, werden veel communisten gearresteerd en preventief gevangen genomen zonder enige vorm van proces (‘Akton-CPN’). Het werd de Duitsers overigens wel erg gemakkelijk gemaakt omdat de Nederlandse Centrale Inlichtingen Dienst (CID) al vanaf het midden van de jaren dertig lijsten bij hield van links georiënteerde mensen. Deze lijsten werden reeds tijdens het Naziregime in Duitsland, dus nog vóór de bezetting van Nederland, met de Duitse autoriteiten gedeeld. Officieel dienden deze lijsten, na de bezetting van Nederland, te worden vernietigd, maar met name de lijst van 1939 kreeg de bezetter makkelijk in handen. Toen de Duitsers na de inval in Rusland (operatie Barbarossa) jacht gingen maken op alle linkse mensen en met name communisten, hadden ze van veel van hen reeds alle gegevens in handen via deze CID-lijsten. Een groot deel van hen werd na hun arrestatie overgebracht naar Kamp Schoorl. Bij de ontruiming van Kamp Schoorl, vanaf begin augustus 1941, werden zij in groepen overgebracht naar Kamp Amersfoort. Daar werd, eind 1941, dus een aantal van hen geselecteerd om het door de Duitsers gevorderde Groot-Seminarie te Haaren, gereed te maken en daarna in stand te houden voor de twee groepen gijzelaars, de zogenaamde ‘Indische gijzelaars’, die vanuit Konzentrations Lager (KL) Buchenwald naar Nederland werden overgebracht en de ‘preventieve gijzelaars’ en voor de ruim drieduizend ‘gewone gevangenen’.
Omdat, voor de groep ‘Amersfoorters’, de omstandigheden in het Groot-Seminarie te Haaren, vele malen beter waren dan in Kamp Amersfoort deden ze er alles aan om te voorkomen teruggestuurd te worden, vooral ook omdat ze officieel gevangenen van Kamp Amersfoort bleven. Het leven in het Groot Seminarie met zijn centrale verwarming, schoon beddengoed, goede bedden, redelijke voeding en goede sanitaire voorzieningen was een verschil van dag en nacht met hoe het leven in Kamp Amersfoort was. Ook was de bewaking een stuk minder streng dan in Kamp Amersfoort. Door deze gunstige omstandigheden heeft een groot aantal van de ‘Amersfoorters’ de oorlog overleefd. Met uitzondering van de ‘Amersfoorters’ die als OD-ers werden afgevoerd en diegenen die, op of rond ‘Dolle Dinsdag’ 5 september 1944, werden overgebracht naar Kamp Vught en vandaar verder werden getransporteerd naar andere Kampen in Duitsland. Een deel van hen heeft dat helaas niet overleefd. Gedurende het bestaan van het ‘Arbeitskommando’ in Kamp Haaren vonden er mutaties plaats en werd het, met name in 1944 aangevuld met enkele gevangenen uit het Kamp Haaren zelf.

Foto van twaalf te werk gestelde ‘Amersfoorters’ in de tuin van Villa Hooge Boekel in Enschede, alle afkomstig uit Kamp Haaren. Het twaalftal werd daar, kort na Dolle Dinsdag op 5 september, naar overgebracht. Afgebeeld: staand v.l.n.r. Bertus van der Heul, Jacobus Rippens, Heinrich Albert de Haar, Jan Fokkens, Dionijsius (Don) Aarts, Willem Christiaan (Bob) Scholten, Johannes Wilhelmus van Eijk, Willem Speets, Hendrik (Henk) Warrink. Gehurkt v.l.n.r. Godefridus (Frits) Nijsen, Julius Hermanus Johannes van het Reve en Paulus (Paul) Aarts (zie voor uitgebreidere informatie over deze tewerkstelling de biogrammen van de hierboven staande namen. Foto: Historische Kring Glanerbrug (https://historischekringglanerbrug.eu/moord-op-het-hoge-boekel/).
Hopelijk vormen de biogrammen van de ‘Amersfoorters’ een aanvulling op hetgeen de Gedenkplaats Haaren reeds over deze groep gevangenen bezit. Het is wenselijk dat er aandacht aan deze specifieke groep besteed gaat worden, omdat ze, zoals wijlen Rien Paijmans eerder zei, ‘ze een onlosmakelijk deel uitmaken van de geschiedenis van Kamp Haaren’.
Enkele getallen
Het betreft beschrijvingen van personen die als ‘Amersfoorters’ werden geregistreerd in de BHIC lijst en op twee NIOD-lijsten. Het was helaas niet mogelijk om van alle namen met honderd procent zekerheid vast te stellen dat ze ook daadwerkelijk als ‘Amersfoorters’ in Kamp Haaren gevangen hebben gezeten. Bovendien zijn er enkele personen bij die voor andere overtredingen gevangen waren genomen maar bij het ‘Arbeitskommando’ – de ‘Amersfoorters’ – te werk gesteld werden, zoals bijvoorbeeld de gebroeders Aarts, die als ‘grenzübertritt’ beschreven in het inschrijfboek, in Haaren werden binnengebracht en gevangen gehouden (Paul Aarts Häftling Nr 2579 en Dionijsius Aarts, Häftling Nr 2581). Het exacte aantal van degenen die eerder in Amersfoort geïnterneerd waren, is helaas onbekend. Wel is bekend dat een grote deel van de groep links georiënteerd of communist was, maar beslist waren ze dit niet allemaal. Van deze personen werden de OD-ers overgebracht naar Kamp Amersfoort voor het 1e OD-proces. Rond ‘dolle dinsdag, 5 september 1944’ werd een groep overgebracht naar Kamp Vught en van daar verder getransporteerd naar concentratiekampen in Duitsland. Van de OD-ers zijn na het 1e OD-proces drieënzestig van hen in maart 1942 in Sachsenhausen geëxecuteerd. Van de groep Amersfoorters die via Vught in september 1944 werden afgevoerd kwamen er vijfentwintig om. Hun aantallen per kamp waren:
Concentratiekamp | Aantal omgekomen Amersfoorters | Opmerkingen |
Bergen-Belsen | 5 | |
Buchenwald | 1 | |
Dachau | 3 | |
Flossenburg | 1 | |
Mauthausen | 1 | |
Natzweiler | 1 | |
Neuengamme | 8 | Inclusief 1 persoon, die aan boord was van het SS Cap Arcona. |
Sachsenhausen | 4 | |
Vught | 1 |
Verder kon vastgesteld worden dat er éénentwintig Amersfoorters uit Amsterdam kwamen, elf uit Rotterdam, vier uit Den Haag, Tilburg en Utrecht, drie uit Delft en Leiden, twee uit Almelo, Den Helder, Emmen, Gelsenkirchen (D.) en Groningen en vervolgens één uit de plaatsen Arnhem, Asten, Brummen, Deventer, Enschede, Groot-Ammers, Haarlem, ’s-Hertogenbosch, Hoorn, Kampen, Koog aan de Zaan, Loosdrecht, Loosduinen, Maassluis, Nieuwe Niedorp, Nijkerk, Oenkerk, Oostdongeradeel, Pesch (D.), Roermond, Santpoort, Sappemeer, Scheveningen, Sliedrecht, Sneek, Vlissingen, Wijk aan Zee en Duin en Zaandam. Tenslotte is van vier Amersfoorters de herkomst onbekend. Laat duidelijk zijn het overzicht dat de namenlijst van de Amersfoorters biedt niet compleet is en dat van enkelen nauwelijks informatie kon worden achterhaald.