Skip to content

Voorwerpen in beheer bij de Gedenkplaats Kamp Haaren

Na de brand van augustus 2019 op Haarendael werden de geredde voorwerpen van de gedenkplaats, evenals de bibliotheek en het archief, overgebracht naar de voormalige brandweerkazerne aan het Gildepad. Op verzoek van het bestuur namen de vrijwilligers Henk van Helvert, archivaris Marc Hameleers en erfgoedspecialist Eugène van Deutekom de taak op zich om de objecten, ook wel ‘realia’, te inventariseren. Zij werden daarbij geholpen door de fotograaf Peter Franken.
De inventarisatie gebeurt volgens de richtlijnen in de erfgoedwereld: de afmetingen, de materiaalsoort, de naam van vervaardiger, datering, informatie over de herkomst werden in een database vastgelegd en voorzien van foto’s.
Naast het inventariseren werd ook gekeken naar de relevantie van de voorwerpen met het oog op de toekomst. Wat is werkelijk authentiek uit de tijd van Haaren in de Tweede Wereldoorlog en van belang voor tentoonstellingen in de toekomst. Want, de eerlijkheid gebiedt te zeggen: elk museum of erfgoedinstelling krijgt te maken met voorwerpen die in de loop der jaren ‘aanspoelen’ en niet onmiddellijk bij de kerncollectie behoren. Zo werden er bijvoorbeeld veldflessen aangetroffen van de Nederlandse strijdkrachten uit de jaren tachtig. In totaal omvat het huidige databestand ongeveer tweehonderd records. Dit betekent niet dat er evenzoveel voorwerpen zijn. Zo bevat de inrichting van het poppenhuis (zie foto) vijftien miniatuurmeubeltjes.

Wiegje van triplexplankjes, gemaakt omdat er aan het thuisfront een kind geboren was.
Een kubel, ook wel poepton, behoorde tot de inrichting van elke cel.

Het proces van vaststellen in hoeverre voorwerpen tot de (kern)collectie behoren heet ‘waarderen’. Bij sommige voorwerpen was het meteen duidelijk dat ze tot de kerncollectie behoren: bijvoorbeeld voorwerpen die gemaakt zijn voor of door gijzelaars of gevangenen tijdens hun verblijf. Of een theedoek van een echtgenote waarin een boodschap geborduurd werd. Of voorwerpen die iets zeggen over het dagelijks leven: het reglement of een klein model ‘kubel’ (poepton). Het toont ons iets over de dagelijkse werkelijkheid van de gegijzelden en gevangenen. Wat niet tot de kerncollectie behoort zijn bijvoorbeeld soldatenkistjes van ver ná de oorlog of kogelhulzen die in de loop der tijd verworven werden. Een enkele keer kunnen dit soort voorwerpen dienstig zijn als aankleding van een museale opstelling, maar het is meer een ‘nice to have’, dan een ‘must have’. Een aantal voorwerpen dat niet per sé van belang is voor de Gedenkplaats werden afgestoten.
Wat ook belangrijk is, is het eigendom. Is het voorwerp werkelijk geschi=onken aan de Gedenkplaats, of is er sprake van een bruikleen. Immers: je kunt geen voorwerpen afstoten, als ze niet je eigendom zijn. Dat is dan ook de volgende stap. De inventarisatie is vrijwel voltooidop. We hebben een goed idee wat werkelijk belangrijk is en wat niet. We zullen zowel gaan ‘ontzamelen’, als gaan nadenken wat er nog in de collectie ontbreekt. Dat laatste wordt dan het acquisitiestreven van de toekomst.
Uiteindelijk streven wij ernaar een collectie te beheren die, wanneer er weer expositieruimte beschikbaar is, bezoekers kan helpen te begrijpen hoe het leven van de gijzelaars en de gevangenen van Haaren er in de oorlogsjaren uitzag.

Poppenkastmeubeltjes gemaakt door gijzelaar De Haes.

Eugène van Deutekom

Back To Top