Skip to content

De leiding en bewakers van Kamp Haaren

Het belastingkantoor aan de Wolvenhoek 7, waar op de 1e etage en de zolder het kantoor van de SD ’s-Hertogenbosch was gevestigd (foto: BHIC, Den Bosch).

Het Gijzelaars Kamp Haaren en de Polizei- und Untesuchungs-gefängnis Haaren vielen onder het bevel van de Sicheitsdienst (SD), en wel in het bijzonder onder de SD-Aussenstelle ’s-Hertogenbosch. Het SD-kantoor in ’s-Hertogenbosch was daar gevestigd op het adres Wolvenhoek 7.
De Sicherheitspolizei en Sicherheitsdienst stonden onder bevel van een Befehlshaber der Sicherheitspolizei und des SD (BdS), die in Den Haag zetelde. Ten tijde van de inrichting van Kamp Haaren was SS-Standartenführer Wilhelm Harster de BdS. Wilhelm Harster benoemde SS-Hauptsturm-führer und Kriminalrat Heinrich Friedrich Wilhelm Küthe tot SD-Aussenstellen Leiter ’s-Hertogenbosch en delegeerde de praktische leiding over de gijzelaarskampen aan hem. Daarmee werd SS-Hauptsturmführer Heinrich Küthe, de eerste commandant van Kamp Haaren. Hij bekleedde deze functie van september 1940 tot 8 december 1941.
Na hem, van 8 december 1941 tot 1 februari 1944. werd SS-Oberstrumführer Heinrich Wacker de tweede commandant van Kamp Haaren. De derde commandant in Haaren was SS-Obersturmführer Friedrich Max Detlef Beeck. Hij zwaaide er de scepter van 1 februari 1944 tot het einde van het Kamp op 17 september 1944.
Hun belangrijkste mede-werkers waren SS-Sturm-scharführer Albert Otto Blankenagel die van 8 december 1941 tot het einde van het Kamp op 17 september 1944 de functie van onder-commandant van Kamp Haaren had, SS-Untersturmführer en Verwaltungsführer Paul Cremer (ook wel Krämer), die de functie van Hoofd administratie van Kamp Haaren had en de SS-er Walter Fischer die het hoofd van de keuken was.
Kamp Haaren viel dus onder het commando van de SD. Het kamp werd vervolgens gedelegeerd aan de SD Aussenstelle ‘s-Hertogenbosch. Dus alle SD-ers die werkzaam waren in Kamp Haren, zowel leiding als bewaking, vielen onder Aussenstelle. Naast de directe leiding zoals Küthe, Wacker, Beeck, Blankenagel, Cremer en Fischer viel hier ook een deel van de bewakers onder, zoals, Schumacher, Heimel, Voss, Liebing, Böhm, Ortman en Rinner. De namen van Denecke en Kuhmann komen voor in een rapport over een brand in de rooksalon van de gijzelaars, dat in het Nationaal archief bewaard wordt. Daarnaast werkten er ook veel SD-ers als ‘Sachbearbeiter’ in Kamp Haaren. Ze namen daar verhoren af bij gevangenen die in Haaren waren geïnterneerd. Deze verhoren namen vaak meerdere dagen en soms ook nachten in beslag. De ‘Sachbearbeiter’ die regelmatig vaak ook uit andere delen van Nederland naar Kamp Haaren kwamen hadden daar vaak een kamer tot hun beschikking. Veel van hun namen zijn terug te vinden in het Inschrijfboek van Haaren.
Een aparte rol hadden de zogenaamde Amersfoorters. Het was een groep gevangenen uit Kamp Amersfoort, die speciaal geselecteerd werden op hun specifieke ambachten zoals timmerman, meubelmaker, stoker, automonteur, kok enz. Zij bleven officieel gevangenen van Kamp Amersfoort, maar werden als dwangarbeiders tewerkgesteld in Kamp Haaren. Ze kookten, maakten schoon, repareerden, deden de administratie enz., alles onder leiding en aansturing van bovengenoemde Duitse SS-ers. Ook al zaten ze in Haaren, ze bleven gevangenen van Kamp Amersfoort. Bij het minste geringste konden ze worden teruggezonden, wat in de meeste gevallen transport naar kampen in Duitsland zou betekenen. Zie voor meer informatie over deze groep de inleiding, namenlijst en de biogrammen van de Amersfoorters elders in deze personenrubriek.

Kees Koning/KKO 2023

Literatuur en geraadpleegde sites

Back To Top